Steeds vaker hoor ik het onze toptalenten zeggen: ze willen zich graag ‘breed ontwikkelen’. Na jarenlang ervaring te hebben opgedaan binnen een bepaald functioneel gebied, willen ze opeens ook hun vleugels uitslaan op een totaal ander gebied.
Laatst sprak ik bijvoorbeeld een professional die enorme ervaring heeft op het gebied van ICT. Hij wilde nu gaan voor een nieuwe baan in Business Development. Waarom? Hij vindt dat ook een interessant vakgebied en hij wilde zijn ‘inzetbaarheid’ in de toekomst vergroten. Een ander voorbeeld: een topvrouw uit de transportsector opperde onlangs ineens dat ze ook iets in de gezondheidszorg wilde doen. De ambitie voor een brede ontwikkeling kan dus zelfs branche-overschrijdend zijn.
Ik ben meestal vrij kritisch over dit soort omwentelingen. Niet omdat er iets mis is met de wens om iets nieuws te leren, maar simpelweg omdat er veel misverstanden zijn als het gaat om topbanen.
Een belangrijk element hierbij is dat er aan de top steeds minder plekken zijn voor generalisten: de organisaties zijn zich juist aan het focussen op wat ze heel goed doen. De rest wordt steeds meer afgestoten of afgebouwd. Die focus zien we ook in de organisatorische structuren en verantwoordelijkheidsgebieden. Dit is een onomkeerbare trend die alleskunners steeds meer buitenspel zet. Ook bij ‘zelfsturende’ units is er minder plek voor generalisten die daaraan leiding moet geven. Het zijn juist de expertise en intrinsieke interesse in het vak die de boventoon voeren, met steeds minder ruimte voor carrièreplanners.
Waar liggen dan de kansen voor het grijpen? De weg staat open voor ICT’ers in hart en nieren of commerciële mensen die trefzeker waarde voor de klant genereren of finance professionals die hun vak door en door verstaan. Om maar een paar voorbeelden te noemen.
Mijn advies is dan ook: bedenk dat het niet voor niets is dat je zover bent gekomen in je huidige vak. Blijf bij je expertise en groei daar verder in. Maak jezelf onmisbaar. Zo creëer je waarde voor je werkgever en zo creëer je ook eigenwaarde. Uitzonderingen daargelaten.
Bercan Günel